In 2003
nodigde de Academie voor Bouwkunst in Groningen studenten uit een
blikvangertje te ontwerpen bij de stedenbouwkundige ontwikkelingen rond het Oosterhamriktracé.
Het ontwerp diende hufterproof te zijn, eenvoudig verplaatsbaar en met een
houdbaarheid van minstens vijftien jaar. Johan Sikkema en Wout Douwsma gingen
met de eer aan de haal met een raadselachtig kwartet van kleine huisjes, twee op
de vaste grond en twee daar balancerend bovenop. De toegepaste basiselementen
zijn glas en het in de scheepsbouw veel gebruikte cortenstaal. Op den duur geeft dit een fraaie, bruine, beschermende
roestlaag, de kleur die zo mooi overeenstemt met de winterkleur van het beukenhaagje dat we voor dit nutteloze gebouwtje aantreffen.
In 2003 the Groningen
Architecture Academy invited students to design an eye-catcher for the urban
development of the Oosterham-route. Minimal conditions: vandal proof, simple to be moved and sustainable for at
least fifteen years. Johan Sikkema and Wout Douwsma ran off with the honour.
These students designed a curious building, consisting of four tiny houses, two
on the ground and two, balancing on the top of these. They used glass and
cortensteel as basic materials. Cortensteel is used in the
shipbuilding-industry. In the long term it gets a nice rust-coloured coating, a
colour that resembles the brown winter-coloured hedge that we see in front of
this folly.